1 oktober 2004

Uitreiking Koninklijke Prijs voor de Vrije Schilderkunst

Juryrapport.

De grote zelfportretten van Barbara Wijnveld vormen een ode aan de mogelijkheden van de schilderkunst. Ieder beeldelement in haar werk heeft schilderkunstige betekenis: de druipers, strepen, kleurvlakken en lijnen spetteren de kijker tegemoet. Vlakken worden op een gewaagde manier tegen elkaar geschilderd. Uitgesproken kleuren gaan een relatie met elkaar aan en lijnen liggen zo over het beeld gedrapeerd dat het doek fungeert als een vlies, een transparante huid die het beeld in zijn geheel draagt. Wijnveld bespeelt de schilderkunst zoals een musicus zijn instrument bespeelt. De klanken die zij voortbrengt zijn niet gericht op een psychologische duiding van het portret maar bezingen de kracht van het medium.